Waarom we snaaien tijdens de feestdagen. Klik onderaan de blog voor de link naar het originele artikel.
Zes dagen voor kerst. Tussen de bedrijven door besloot ik vanochtend alvast een korte tussenstop te maken bij de Appie. Want het kerstdiner dat ik over een aantal dagen dien te bereiden, begint me toch latent op de zenuwen te werken. Misschien goed om alvast wat ingrediënten in te slaan?
Ik word verwelkomd door galmende kerstmuziek uit de speakers, besneeuwde kerstboompjes zij aan zij bij de ingang en gebaksgeuren die heel slim worden verspreid via de airconditioning. ‘Slim stelletje beïnvloedings-psychologen is hier aan het werk geweest’, denk ik nog. Al gauw sta ik in de file met mijn winkelwagentje. Jemig, nú al? De, voornamelijk oudere, klanten, lopen met ellenlange, zorgvuldig samengestelde handgeschreven lijstjes op slakkentempo door de gangen van winterwonderland, euh de supermarkt. Ietwat geagiteerd hoor ik naast me: ‘Harrie, ik kan die Excellent Lava Cake niet vinden, zou ie al uitverkocht zijn?’ Enzovoort.
Mijn humeur slaat al snel om.
Waarom trappen we er toch keer op keer weer in? Overdadig eten, koken met ingrediënten die we eerder nooit zagen en drinken alsof we het eind van het jaar anders niet meer zullen halen?
Het antwoord is simpel. Food maakt gelukkig. Bovendien helpt het tegen verveling. En hell, wanneer je een heel jaar druk bent geweest en op eerste kerstdag plots alle verhalen over de vetplanten van ome Henk moet aanhoren, kan het zijn dat je je opeens verveelt. Zomaar. Mams kijkt je verwijtend aan wanneer je stiekem je iPhone uit je glitter-tasje vist, dus terug naar oom Henk. En nog een toastje met Delicieux-kaas dan maar. En ach, schenk nog maar een glaasje bubbels in. Want het is tenslotte feest!
Hoe werkt dat dan? Dat gelukkig worden van eten? Veel eten?
Wanneer je eet wordt dopamine afgegeven in je brein. Dat is ons beloningshormoon. Je krijgt er een blij en goed gevoel van. Vroeger, in tijd van schaarste, was het nodig om beloond te worden wanneer je at. Het maakte dat we actief op zoek gingen naar voedsel. Uiteraard leven wij happy Nederlanders allang niet meer in tijden van schaarste, maar helaas is ons brein niet tijdig met ons mee geëvolueerd. Ons brein geeft dus nog steeds dopamine af, terwijl dit eigenlijk niet nodig is. Niet altijd handig natuurlijk, zeker niet als je nogal van snaaien houdt. Sterker nog; je krijgt nog eens een extra dopamine-shot wanneer je vet en zoet voedsel eet. Dit heeft te maken met het feit dat in de natuur moedermelk het enige voedsel is dat een combinatie van beide kent; vetten en suikers. En je snapt; voor de overleving van jonge kinderen is het nodig om blij te worden van moedermelk. Het gelukzalige gevoel bij het eten van vet en zoet is zó groot, dat het zelfs je verzadigings-mechanisme om de tuin leidt. Je voelt letterlijk niet dat je eigenlijk al genoeg gegeten hebt. Dáárom dus heb je altijd nog plek voor dat ene toetje.
En ja; eten helpt ook tegen verveling. Wanneer je gewend bent druk te zijn, ervaar je sneller een gevoel van verveling. We zijn niet meer gewend niets om handen te hebben. Minder prikkels maken ons rusteloos. Social media kan ons tijdens een rustperiode voorzien van een dopamine-injectie, waardoor je verveling als minder erg ervaart. Maar tijdens kerst met de familie is het checken van insta-stories vaak een no-go. Dus dan rest ons nog maar 1 ding. Eten. En veel ook.
Wanneer je de overdaad aan food beperkt tot deze twee dagen, zou ik zeggen; go for it. Eet gevarieerd, daar houdt je brein van. En zorg dat je ook met kerst minimaal 30 minuten per dag beweegt. Misschien een ommetje langs de vetplanten van oom Henk?
Balansen mag in 2019 weer, laten we vooral even gelukkig zijn in deze laatste donkere dagen van het jaar.
Stille nacht, verzadigde nacht.